Kritische kanttekeningen over het nieuwe protocol - brief aan minister Wiebes


Zijne Excellentie de heer E.D. Wiebes
Postbus 20401
2500 EK Den Haag

 

Groningen, 8 februari 2018

 

Betreft: Protocol mijnbouwschade Groningen

 

Hooggeachte heer Wiebes,

Allereerst willen wij onze complimenten overbrengen voor het feit dat in korte tijd een protocol mijnbouwschade tot stand is gekomen. Hieruit blijkt dat, wanneer de oplossing van een probleem op het juiste niveau ligt én de wil aanwezig is, het mogelijk is om in korte tijd resultaat te boeken. Dit biedt perspectief voor de nabije toekomst.

De afgelopen dagen hebben wij het protocol uitvoerig bestudeerd en hebben dit onder andere getoetst aan het integraal herstel model dat onderdeel is van onze visie op een oplossingsgerichte benadering van de problematiek van de aardbevingsschade. Dit model is in de bijeenkomst in Huizinge besproken en aan u overhandigd. Belangrijkste uitgangspunt in dit model is dat de regie weer in handen komt, én blijft, van de gedupeerde eigenaar: per slot gaat het om zijn eigendom, zijn veiligheid en zijn welzijn. Een stellingname die u wellicht bekend voorkomt.

We zijn tot de conclusie gekomen dat er sprake is van een aantal verbeteringen ten opzicht van de ‘oude’ situatie. In dit verband hebben wij het voornamelijk over de volgende punten:

  • de contourlijnen worden nu definitief losgelaten;

  • de rechtsbescherming van gedupeerde eigenaren is beter geregeld;

  • de garantstelling van de Staat;

  • de voorgenomen ruimhartigheid (moet nog blijken);

  • het daadwerkelijk toe willen passen van het bewijsvermoeden (moet nog blijken);

  • het laten herstellen van de schade gebeurt onder regie van de eigenaar.

Voor het overige zijn wij van mening dat het nieuwe protocol helaas niet aan onze verwachtingen voldoet en in deze vorm zeker niet van toepassing kan zijn op de individuele, gedupeerde eigenaren van een rijksmonument, gemeentemonument, karakteristiek of beeldbepalend pand in het aardbevingsgebied.
In de inleiding van de toelichting van het protocol worden vier pijlers genoemd. Hierin missen wij een tweetal pijlers die voor ons van wezenlijk belang zijn, te weten:

  1. de schadecalculatie en het vaststellen van de schade gebeurt onder regie van de eigenaar, ondersteund door eigen deskundigen;

  2. de Staat neemt alle lopende schadegevallen over en handelt in één keer de schades af door het afroepen van een Generaal Pardon.

Wat betreft het eerste punt: door partijen, betrokken bij het oplossen van de schades, is in het verleden meerdere keren gesteld dat het oplossen van schades aan monumenten, karakteristieke en beeldbepalende panden in alle gevallen maatwerk is. Dit is een uitgangspunt dat wij ten stevigste onderschrijven. In het geval van erfgoed gaat het al snel om complexe schades en daarbij heeft de eigenaar ook nog te maken met een eigen wet- en regelgeving. In veel gevallen wil een eigenaar het herstel van schade combineren met onderhoudswerkzaamheden. Dit laat je niet aan een commissie over waar je geen enkele invloed op uit kan oefenen. In een tweetal paragrafen van de inleiding (paragraaf 2.4, laatste alinea en paragraaf 6.4) wordt het erfgoed expliciet genoemd en geeft enige ruimte in de richting die wij willen. Maar dit gaat ons niet ver genoeg en is onvoldoende duidelijk gespecificeerd. Een belangrijke pijler in het protocol is het terugwinnen van het vertrouwen. Wij kunnen u verzekeren dat dit met het nieuwe protocol niet het geval is.

Concreet willen wij de volgende aanpassing in het protocol als het gaat om erfgoed: de eigenaar moet zelf in staat zijn om eigen gespecialiseerde expertise aan te trekken om de schade als gevolg van de gaswinning vast te stellen en een schadecalculatie op te stellen. Al of niet in combinatie met restauratiewerkzaamheden. Het deel wat betrekking heeft op de schade wordt vertaald in een schadeclaim welke ingediend wordt bij uw commissie. Hiermee heeft de eigenaar weer volledig zelf de regie over het schadeproces: voor ons is dit een belangrijke eis. Over de in te zetten gespecialiseerde expertise moeten beide partijen, eigenaar én commissie, overeenstemming hebben. Een belang-rijke stuurparameter voor alle betrokkenen is de mate van afhandeling van deze schadeclaims: een vóóraf afgesproken percentage van de claims moet in de deelcommissie mijnbouwschade worden afgehandeld. De niet goedgekeurde claims gaan door naar de deelcommissie bezwaar. Dit zou voor alle partijen een duidelijke doelstelling moeten zijn.

Geheel terzijde is het feit dat wij het nu hebben over een protocol tot herstel van schade. Dit is slechts een fractie van de totale problematiek: het zwaartepunt van de complexiteit ligt vooral bij het versterkingsprogramma. Hierover zijn we eveneens duidelijk: het meest effectief en meest efficiënt is het opstellen van een integraal herstelplan dat bestaat uit schadeherstel, schadepreventie (versterken) én restauratiewerkzaamheden (optioneel). Ook hierin moet de eigenaar de volledige regie hebben, ondersteund door een restauratiearchitect. Ons zijn gevallen bekend waarin deze aanpak inmiddels is toegepast en buitengewoon succesvol is gebleken. In deze brief laten we dit verder buiten beschouwing.

Het tweede punt is voor ons eveneens een belangrijke eis. Veel van de lopende schadegevallen hebben betrekking op het erfgoed en dus op onze leden. Zoals het nu in het protocol is vastgelegd, vallen alle lopende schadegevallen van vóór 31 maart 2017, 12:00 uur nog onder het oude regime. Dit betreft een belangrijk deel van onze leden. Deze leden worden feitelijk aan hun lot overgelaten en moeten moeizaam verder procederen met de NAM en het CVW. Voor ons is dit onverteerbaar.
In het protocol wordt diverse keren het woord ‘ruimhartig’ gebruikt. Het is ook één van de pijlers, evenals het terugwinnen van het vertrouwen. Wil de overheid daadwerkelijk het vertrouwen van de gedupeerde eigenaren terugwinnen en wil zij concreet invulling geven aan het woord ‘ruimhartig’, is dit een uitgelezen kans. Concreet komt het neer op het overnemen van alle lopende schadegevallen door de Staat en het afkondigen van een éénmalig Generaal Pardon zodat alle lopende schades vóór 1 juli 2018 zijn afgehandeld. Daarmee geeft de overheid een duidelijk signaal af dat het haar ernst is om het vertrouwen terug te winnen en wat zij onder ‘ruimhartigheid’ verstaat.
Indien de Staat de huidige situatie laat bestaan, is er duidelijk sprake van rechtsongelijkheid. Dit strookt naar onze mening niet met één van de overige pijlers, namelijk dat de Staat haar zorgplicht na komt. Per slot van rekening is de Staat voor een belangrijk deel medeverantwoordelijk voor de problematiek die is ontstaan door de gaswinning en verwachten wij ook voor de lopende schades een ruimhartige én rechtvaardige oplossing.

Overigens maken wij ons grote zorgen dat dit protocol zal leiden tot een nieuwe bureaucratische aanpak die in geen verhouding staat met de hoogte van de gemiddelde schade. Het is verre van een pragmatische aanpak. Wij zijn van mening dat het huidige protocol, los van de spelers, veel overeenkomst heeft met de oude situatie. De vraag is dan ook, los van enkele positieve veranderingen, of de gedupeerde eigenaar hier mee opschiet. We realiseren ons dat er nog vele open einden zijn, maar de invloed van de gedupeerde eigenaar op de verdere invulling hiervan is gering en dus geen goede basis in het herstellen van vertrouwen. Zeker niet na wat ons de afgelopen jaren is overkomen. De onrust is momenteel groot in Groningen en is, sinds het uitbrengen van het protocol, alleen maar toegenomen. Denk aan de boeren die zich momenteel bezig zijn te organiseren en de recente bedreigingen van ons erfgoed wat veel emoties losmaakt. In die zin heeft het nieuwe protocol weinig rust gebracht.

Tot slot, het bestuur van de Vereniging Groninger Monument Eigenaren blijft zich constructief opstellen. Wij willen graag met u in gesprek om te komen tot een daadwerkelijk goede oplossing waar onze leden zich in kunnen vinden.

In aansluiting hierop willen wij, in samenwerking met de verschillende partijen, komen tot een aantal erfgoed-pilots voor dit jaar. Deze pilots geven alle betrokken de mogelijkheid om verschillende werkwijzen en aannames te toetsen en ervaringen met elkaar te delen. Met als uiteindelijk doel een breed gedragen oplossing voor de problematiek van schadeherstel, schadepreventie en wellicht waardecompensatie.

Wij gaan er van uit dat u de ingeslagen weg zult blijven volgen. Wij hebben geconstateerd dat u momenteel het voordeel van de twijfel hebt omdat u heeft laten zien dat, wanneer de wil aanwezig is, er snel een resultaat bereikt kan worden.

Wij vertrouwen er op u met bovenstaande voldoende geïnformeerd te hebben en wachten uw reactie af.

Namens de leden en het bestuur van de Vereniging Groninger Monument Eigenaren,

 

met vriendelijke groet,

 

ir. Derk K. Kremer (voorzitter VGME)