foto Eltjo DijkhuisEigenlijk is de Integrale Aanpak Erfgoed die nu wordt neergezet zo vanzelfsprekend dat het niet nodig zou moeten zijn de pilot met dichtgetimmerde afspraken op te tuigen. Wethouder Eltjo Dijkhuis van gemeente Het Hogeland lacht: ,,Als er één ding is wat dit dossier heeft aangetoond is dat niet alles vanzelf gaat.’’

De Vereniging Groninger Monument Eigenaren (VGME) is samen met de ministeries Binnenlandse Zaken (BZK), Economische Zaken en Klimaat (EZK) en Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW), de provincie Groningen en drie Groninger gemeenten eigenaar van een pilot, waarin maximaal vijftien monumenten in het bevingsgebied worden onderworpen aan een nieuwe aanpak die de pandeigenaren in de chauffeurszetel plaatst.

De samenwerking tussen de partijen moet erin resulteren dat de processen van schadeherstel, versterking, onderhoud en verduurzaming worden gecombineerd, versneld en vereenvoudigd. Zo worden de financiële instrumenten ook naadloos in dat proces ingevoegd. De monumenteigenaar is in elk van de vijftien pilotprojecten  de opdrachtgever en krijgt daarbij steun van een restauratiearchitect. En IMG (herstel) en NCG (versterking) komen in een faciliterende en dienstverlenende rol.

‘Hard gewerkt om hobbels weg te werken’

Wethouder Eltjo Dijkhuis van Het Hogeland reageert op deze nieuwe aanpak. Hij vertegenwoordigt de Groninger gemeenten in de stuurgroep die toeziet op de uitvoering van deze pilot. Dijkhuis wordt in de stuurgroep bijgestaan door vertegenwoordigers van de provincie (gedeputeerde Mirjam Wulfse), de directeur Erfgoed & Kunsten van het ministerie van OCW (Christianne Mattijssen) en de VGME (voorzitter Derk Kremer). 

Dijkhuis: ,,Om de pilot een succes te laten worden is er hard gewerkt om alle hobbels en bobbels weg te werken. Alle partijen zijn gecommitteerd en het project krijgt tijd en ruimte. En de stuurgroep ziet erop toe dat afspraken worden nageleefd en problemen worden opgelost.’’

‘Het is de kunst deze kans te pakken’

De wethouder begrijpt ‘dat de buitenwereld af en toe met verbazing’ naar de gang van zaken in dit dossier kijkt. ,,Het is eigenlijk zo eenvoudig: je moet alles vanuit het monument en de eigenaar van dat monument aanpakken. Zo simpel is het. We zijn  terug gegaan naar de basis en daarna hebben we ons afgevraagd hoe we het zullen doen. En nu is het de kunst deze kans te pakken.’’

De gemeenten zijn in hun nopjes met de pilot, benadrukt Dijkhuis. Zij kennen de problematiek van dichtbij en maken al te graag werk van dit project. Dijkhuis: ,,Dit helpt ons allemaal. Het vraagt commitment, tijd, inzet en vertrouwen. Ik ben tegelijk ook kritisch want we moeten die vaardigheden wel leveren, omdat nu een heel goed plan voorligt.’’

‘Dit is niet zoveelste praatje, dit is concreet’

De pilot moet het goede gevoel terug geven aan de monumenteigenaren, vindt Dijkhuis. Dat is op het oog een eenvoudige opgave, maar tegelijk ook vernieuwend zat, zo betoogt de wethouder. ,,Wat we nu op tafel hebben is niet het zoveelste praatje, want dit is echt concreet.’” 

Doodstil

Het fundament van de pilot is de brede samenwerking, maar ook de positie van de eigenaar die weer de baas wordt over zijn eigen pand?

Dijkhuis: ,,Dit moet de centrale gedachte zijn. Het is ook de makkelijkste en enig juiste insteek. De overheid heeft natuurlijk de neiging om een systeem op te tuigen waarbij andersom wordt geredeneerd. Maar het is eenvoudig, de eigenaar heeft het belang van het pand heel goed voor ogen. En daar gaat het om. De integrale aanpak komt het pand ten goede en dus de eigenaar ook.’’

De aanpak biedt de eigenaar eindelijk weer perspectief?

Dijkhuis: ,,Het is  nu nog te vroeg om die vraag te beantwoorden. We zijn nog maar net begonnen, we zijn nog bezig met de governance.  Straks gaan we in het echt aan de slag en dan wordt het spannend. Dan komen de vragen en komen de reacties. Gaandeweg die gesprekken ontdekt de eigenaar het perspectief. Ik denk dat dit de ontwikkeling zal zijn. Ik zie bij VGME zeer gemotiveerde mensen en ik ben ervan overtuigd dat de panden mooier uit deze pilot komen.’’

Het topdoel is de onderlinge samenwerking optimaliseren, zo lezen we. Waarom is zoiets niet vanzelfsprekend?

Dijkhuis: ,,Vaak begin je met de beste bedoelingen maar is er binnen de kortste keren gebakkelei. Het is dus van groot belang voor de pilot dat je vooraf bedenkt hoe alles neergezet moet worden. Samenwerken is van groot belang. We staan nog maar aan het begin en we willen stappen maken. Dan is het niet handig om alleen naar je eigen erf te kijken. De goede intentie is er bovendien bij iedereen.’’ 

Jullie beginnen met een pilot voor vijftien monumenten. Waarom een pilot?

Dijkhuis: ,,Zo kun je ervaring opbouwen en bijsturen. Er is terugkoppeling, er is overleg. Wij als stuurgroep kijken van hoog over het hele proces en we kunnen eventueel bijsturen. Er gaat heel veel gebeuren en dan moet je zorgen dat je de hoofdlijnen vasthoudt. Bij hobbels en bobbels kunnen we de zaak weer in het spoor trekken.’’ 

Wat zijn de grootste gevaren voor de pilot?

Dijkhuis: ,,We zullen het centrale doel voor ogen moeten houden: samenwerken om de eigenaar op de stoel van de eigenaar te houden. We willen iets en we gaan dat mogelijk maken. We zijn verplicht er een succes van te maken. A zeggen is ook B zeggen.’’

In hoeverre moeten jullie in deze pilot nog op eieren lopen?

Dijkhuis: ,,Als het goed is, dan is de weg naar het kippenhok heel gedegen aangelegd. Maar er is nog nooit een proces geweest waar af en toe niet even op eieren gelopen wordt.’’

 

De pilot in het kort

Onze vereniging heeft de afgelopen jaren heel hard gewerkt aan een zienswijze die de monument eigenaren in het schadeherstel- en versterkingsproces weer op de stoel van de opdrachtgever plaatst. Zoals gebruikelijk met een complex restauratieproject.
Met alle betrokken partijen zijn we overeengekomen een pilot te starten voor maximaal vijftien panden. In die pilot kunnen we ervaring opdoen met het proces van de Integrale Aanpak Erfgoed en waar nodig bijsturen.

De zienswijze van de VGME en de bijbehorende aanpak zijn elders op deze site te vinden, maar heel kort samengevat komt het neer op de volgende hoofdpunten:

  • De monument eigenaar maakt in overleg met een restauratiearchitect een plan voor de integrale aanpak van herstel, versterking, restauratie en verduurzaming. Dit plan wordt vervolgens uitgevoerd door een zelf gekozen aannemer met de eigenaar als opdrachtgever. De NCG en het IMG komen hiermee in een faciliterende rol.
  • Een stuurgroep waarin provincie, gemeenten, ministerie en de VGME zijn vertegenwoordigd, kijkt toe en stuurt bij waar nodig. De voorbereidingen van de pilot (de kwartiermakersfase) wordt in opdracht van de VGME uitgevoerd door adviesbureau TwynstraGudde

meer informatie over de zienswijze en de aanpak elders op onze website