Onderzoeker mr. Pieter Siebinga: Iedereen doet zijn best, maar wel met de eigen oogkleppen op

Maar er volgt wel een nuancering: ,,Wat niet werkt is de afstemming van allerlei zaken. Dat is best triest, want de eigenaar van een monument heeft te maken met een breed palet aan problemen – herstel, versterking, restauratie, verduurzaming – en wil zicht op een oplossing. Dat lukt maar niet. En daar ligt een immense uitdaging want met een betere afstemming worden de onderdelen effectiever.’’

Effectievere aanpak van schade

Mr. Pieter Siebinga, oud-directeur van het Nationaal Restauratiefonds, heeft namens de Vereniging Groninger Monument Eigenaren (VGME) een verkennend onderzoek verricht naar een effectievere aanpak van schade bij karakteristieke panden in het Groninger gaswinningsgebied.  

Al acht jaar – sinds de beving van Huizinge op 16 augustus 2012 – is die aanpak als een vliegtuig dat is opgestegen maar nooit landt. Er was een vlucht naar grote uitvoeringsorganisaties die veel geld kosten, terwijl de voortgang bleef hangen in infrastructuren.  

Processen en geldstromen in tijd en pas geschakeld

Siebinga heeft met alle betrokkenen rond de aanpak van schade, versterking, verduurzaming en restauratie gesproken. De uitkomst: er is draagvlak bij álle partijen om de regie van de aanpak meer bij de eigenaar van het erfgoed neer te leggen. Zie het rapport elders op de site.

Er wordt nu zelfs een pilot voorbereid waarbij een restauratie-architect de eigenaar zal bijstaan. Het is de bedoeling om de eigenaar te helpen via één loket, waarachter alle ondersteunende partijen de acties op elkaar afstemmen, zodat processen en geldstromen in tijd en pas worden geschakeld. De pilot moet zicht geven op de haalbaarheid van deze nieuwe aanpak. 

Ver van Den Haag vandaan

Pieter Siebinga had vanuit zijn vorige baan een meer dan gemiddelde interesse in het lot van Groningse eigenaren van schadepanden. Bovendien, hij groeide op op Texel, heeft familie in Groningen en Friesland en voelt zich daarom verbonden met het gebied. ,,Ik heb in mijn vorige baan veel met de Antillen gewerkt en dan herken ik veel van de problemen. Groningen ligt ook ver van Den Haag vandaan en dan is begrip voor elkaar en een goede communicatie zeer belangrijk.’’ 

Hij werd gevraagd voor de Raad van Advies in de VGME, die al bezig was een verkennend onderzoek voor te bereiden. Dat onderzoek sprak  Siebinga erg aan, hij pakte de handschoen op en trok zich terug uit de RvA.

Niemand traineerde de afspraken

Siebinga ging aan de slag en ontmoette naar eigen zeggen overal een positieve en meewerkende houding. Niemand traineerde bijvoorbeeld de afspraken. ,,Binnen twee 004 2019 febweken had ik de afspraken rond’’, zegt hij. ,,Iedereen was bereid om vanuit de eigen positie aan te geven hoe men in de materie staat. Ik heb overal aan tafel gezeten met directeuren en beleidsbepalers. Ze konden vrijuit praten en vertellen wat zij van de aanpak vinden vanuit hun perspectief.’’ 

De gewenste situatie – de eigenaar van erfgoed in de leidende rol – kwam gaandeweg de gesprekken steeds meer in beeld, zegt Siebinga. Het was vooraf wel wenselijk om te kijken of het mogelijk de eigenaar alles via één loket te laten afwikkelen. Siebinga: ,,Maar de tekening van de gewenste situatie lag er nog niet in detail. Die is in de loop van het proces ontstaan.’’

‘Menigeen zal eigen smaak willen toevoegen’

Het rapport is een aanzet tot een volgende stap: de eigenaar meer centraal. Een pilot moet alle betrokken ervan overtuigen dat die route de goede richting uit gaat.
Siebinga heeft er vertrouwen in dat iedereen meewerkt. ,,Maar het blijft mensenwerk en dus zal menigeen er zijn eigen smaak aan willen toevoegen ’’, zo laat de ervaringsdeskundige weten. ,,Iedereen is in elk geval bereidwillig. Ik heb nergens verzuring gezien, al is er natuurlijk best wel teleurstelling bij de eigenaren van het erfgoed.’’ 

Siebinga merkte dat alle partijen open staan voor een beter werkende oplossing. ,,Iedereen doet zijn best. Niemand heeft gezegd dat er een nieuwe instantie moet komen. Binnen de bestaande structuren moet er een betere samenwerking worden opgetuigd, zo is de algemene overtuiging. Als je als professional naar de situatie in Groningen kijkt, word je er natuurlijk niet vrolijk van. Toch, het ligt niet aan de mensen dat er een permanente situatie van onvrede en onmacht heerst. Iedereen doet vanuit zijn of haar eigen positie het mogelijke’’

Carrousel van elkaar voor de voeten lopende partijen

Niettemin komt Siebinga op pagina 11 (hoofdstuk Probleemstelling) van het rapport tot een opsomming van heel veel zaken die niet goed gaan. Er wordt vastgesteld dat er een stemming van onvrede en onmacht heerst door een willekeurige, onzorgvuldige, ontoereikende en stroperige afhandeling. Het is allemaal het gevolg van een carrousel van elkaar voor de voeten lopende partijen, die elk onafhankelijk zijn, elk eigen besluitvormingsprocessen hebben, elk eigen deskundigen telt, terwijl budgetten zelden op het juiste moment beschikbaar zijn.

Het is een afschrikwekkende vaststelling. Siebinga beaamt dat: ,,Iedereen doet zijn best maar wel met de eigen oogkleppen op. Dat is het hele dilemma. Iedereen wil het oprecht goed doen, maar ja, je moet af en toe ook eens achter een muur kijken. De eigenaren merken het vooral hoeveel partijen er werkzaam zijn. Dan krijgen ze die op de koffie, dan die en dat gaat zo maar door. In dat soort situaties wordt normaal gesproken naar één loket toegewerkt, behalve vooralsnog in het bevingsgebied.’’

IMG 4826Iemand lager in organisatie moet ook meedoen

De eigenaar van het erfgoed krijgt straks de regie, als de bevindingen van het rapport tenminste serieus worden genomen. Eigenlijk is dat zoals het hoort. Siebinga: ,,Als je een huis bouwt, wil je toch ook niet dat de aannemer zegt: we doen eerst de woonkamer en daarna zien we wel verder. Een huis bouwen en verbouwen is een totaalpakket, zoiets doe je in één keer en niet in fases.’’ 

Hoezeer het rapport ook hout snijdt, het is niet bindend voor betrokken partijen. Siebinga: ,,Iedereen die met mij het gesprek is aangegaan, staat open voor de aanpak zoals in het rapport is aangegeven. De directies van al die instanties zijn ervan overtuigd dat er verbeteringen mogelijk zijn en willen het ook zo. Maar het kan uiteraard gebeuren dat iemand die lager in de organisatie zit, toch zegt: ik doe niet mee. Op zo’n moment zul je weer bij de directies moeten aankloppen. Je weet meteen dat het niet gaat werken wanneer je elke dag verhaal moet halen bij de directies. Toch, er is commitment om mee te werken en het is dus de moeite waard om dit te doen’’

‘Iedereen moet bruggenbouwer willen zijn’ 

Het blijft mensenwerk, zo benadrukt Siebinga eens te meer. ,,Iedereen in dit proces moet bruggenbouwer willen zijn, de communicatie wordt heel belangrijk. Het moet blijven leven. Het gaat ook om permanente verbondenheid van de partijen. Het gaat ook om herwinnen van het vertrouwen. De eigenaren lopen na alle teleurstellingen niet over van enthousiasme. Het zal stapje voor stapje vooruit moeten gaan. Er ligt daarom een enorme uitdaging voor voorzitter Derk Kremer en zijn bestuursleden van de VGME.’’

 


Afdrukken   E-mailadres

U kunt alleen commentaar geven of vragen stellen als u bent geregistreerd en ingelogd.