Er is onder alle partijen die zich met versterking en bevingsschade bezighouden, een onbeperkt draagvlak voor het proces dat VGME bepleit. Die aanpak behelst vooral dat de regie weer bij de eigenaar komt te liggen. Hij of zij krijgt hulptroepen om straks in één keer herstel, versterking, restaurantie/onderhoud en duurzaamheidsmaatregelen geregeld te krijgen. Die integrale aanpak bepleit VGME al langer, want zo’n werkwijze staat borg voor de efficiëntie van het proces. Wanneer

raadhuis kantens

op 18 juni is, in het voormalig raadhuis in Kantens, het resultaat van het verkennend onderzoek overhandigd aan de Gedeputeerde Mirjam Wulfse

de proef een succes is, wordt de aanpak uitgerold naar andere erfgoedpanden.

Het onderzoek, uitgevoerd door de oud-directeur van het Nationaal Restauratiefonds mr. Pieter Siebinga, heeft tot een serie belangwekkende conclusies geleid. Zo zijn alle partijen ervan overtuigd dat er géén nieuwe instanties bij moeten komen als het om de integrale aanpak gaat, want er is al meer dan voldoende expertise aanwezig in het gebied.

De eigenaren van monumentale, beeldbepalende en karakteristieke Groninger panden worden voor hun gevoel verlost van knellende kleding en krijgen nu een comfortabel pak aangemeten. Ze worden als het ware dirigent in plaats van muzikant. Het is een complete gedaanteverwisseling, die hard nodig is om én het vertrouwen te herstellen én de aanpak van herstel, versterking, onderhoud en duurzaamheid doelmatiger te krijgen. 

,,We zijn heel blij met de uitkomsten’’, zegt Derk Kremer, voorzitter van de Vereniging Groninger Monument Eigenaren. ,,Vooral vanwege het brede draagvlak voor onze zienswijze.’’ Die visie behelst behalve dat de eigenaar de regie krijgt, ook het streven om de waardevolle Groninger cultuur in stand te houden in de vorm van monumenten, karakteristieke én beeldbepalende panden.

Hoe blij Kremer ook is, hij juicht niet. ,,De race is nog niet gelopen’’, zo blijft hij voorzichtig. ,,Het ziet er allemaal goed uit, er is ook vertrouwen, maar draagvlak is slechts
een intentie. Het moet allemaal nog wel verzilverd worden. We hebben nog een traject af te leggen. Ik heb er nu wel vertrouwen in dat het goed komt.’’

De pilot, waarin vermoedelijk een groep van vijftien Rijksmonumenten wordt ondergebracht, moet het vertrouwen bij de eigenaren herwinnen en tegelijk moeten de verwachte effecten waargemaakt worden. VGME hoopt dat de pilot nog voor het eind van dit jaar van start gaat.

Het onderzoek door mr. Pieter Siebenga legt een aantal gevoelige kwesties bloot. Zo wordt er bij eigenaren zowel onvrede als onmacht gevoeld door ‘willekeurige, onzorgvuldige, ontoereikende en stroperige afhandeling’. Er ontstaat een beeld van elkaar voor de voeten lopende partijen, die ieder voor zich onafhankelijk is, elk een eigen besluitvorming kent, elk over eigen deskundigen beschikt, terwijl de budgetten sporadisch goed in tijd en proces worden geplaatst.

De aanpak tot nu toe wordt in het onderzoek ‘na acht jaar nog steeds als gebrekkig ervaren’. Er is te veel bureaucratie, al begint door de komst van TCMG ‘de omgekeerde bewijslast  te werken’. Er is een beeld van veel gepraat en weinig meters, waardoor zelfs de eerste belanghebbende – de eigenaar – murw en passief is geworden. En dat is slecht voor de instandhouding van ons erfgoed, zo wordt geconstateerd. 

In de pilot, waarin de door VGME gewenste situatie wordt gehanteerd, zal de eigenaar worden ondersteund door een eigen restauratie-architect en moet er een structuur ontstaan waarin vertrouwen en respect de boventoon voeren. In die structuur worden alle mogelijke koppelkansen benut: expertise, uitvoerders en financiering worden steeds in één entiteit ondergebracht.

 

VOOR HET RAPPORT EN MEER, VERWIJZEN WIJ U NAAR DE SPECIALE DOWNLOADPAGINA: RAPPORT.GRONINGERMONUMENT.NL